KLEDINGVOORSCHRIFTEN BINNEN HET ORTHODOXE JODENDOM

Het belangrijkste in de kledingvoorschriften voor vrouwen is dat ze heel kuis moeten zijn en dus niet mannen mogen verleiden met hun kleding

Vrouwen dragen jurken en rokken tot over de knie. En de mouwen zijn ook erg lang. ze letten niet op de nieuwste mode. Bij bloesjes moeten de knoopjes helemaal tot boven dicht, en mogen niet doorschijnend zijn. Ze mogen ook geen broeken dragen, want dat vinden zij mannenkleding. Behalve als het Poerim is (dit is een joodse feestdag) dan mogen de vrouwen zich als man verkleden

Hoofdbedekking

Als de vrouwen getrouwd zijn moeten zij een hoofddeksel op, omdat ze hun haar niet mogen laten zien. In sommige stromingen, namelijk de chassedische kringen, word het haar zelfs helemaal afgeschoren vlak voor de choepah (dit is een huwelijksceremonie).

Vrouwen mogen elk hoofddeksel dragen. Je ziet in Israël vaak ook dat dit wel met de mode meegaat, daar zie je verschillende hoofddekseltjes, gebreide mutsjes, baretten, kleine hoedjes, petjes en hoofddoeken.

Ook mannen dragen hoofdbedekking, zij dragen meestal een keppeltje, en buitenshuis dragen zij ook weleens een pet of een hoed. Vroeger hoefden de orthodoxe joden geen keppeltje te dragen, alleen als zij religieus bezig waren. Nu is dat anders, alle mensen moeten de hele dag door een hoofddeksel dragen. Buiten en binnen, terwijl hier niets over in de Thora staat. Sommige mensen dragen hem zelfs als ze gaan slapen.

Er is ook mode voor keppeltjes.  In de jaren 80 waren kleine keppeltjes die soms aan één kant van het hoofd zaten “in”. De laatste jaren dragen mensen meer grotere keppels.

Er zijn ook hoofddeksels die veel geld kosten, bijvoorbeeld “de sjtreimel”. Deze is gemaakt van sabelmarterbont.

Chassidische Joden dragen vaak een lange, meestal zwarte jas of een soort kaftan (dit is Een rechte jurk met een doorlopende knopenrij), en sommige onderafdelingen van de Chassidiem dragen geen stropdas. De verschillende stromingen kun je herkennen aan kleine accenten op de kleding.

Ook de pijes of pe'ot, dit zijn de haarlokken langs de wangen, geven aan bij welke stroming de drager hoort. De pe'ot moeten zo lang zijn dat ze tot aan de rand van je jukbeenderen komen. Lange pe'ot kunnen zelfs tot pijpenkrullen gedraaid worden.